'Terugkerend contact is een voorwaarde om een zorgrelatie op te kunnen bouwen'

12 september 2024

“Een goede zorgrelatie tussen verpleegkundige en patiënt heeft veel voordelen”, zegt Heleen van Erp, projectmanager én promovenda bij de HagaAcademie in HagaZiekenhuis Den Haag. In haar promotietraject onderzoekt ze hoe de zorgrelatie tot stand komt en hoe die verbeterd kan worden. Dat doet ze met 4 studies. Begin dit jaar rondde ze de analyse van de tweede studie af. De eerste bevindingen hiervan zijn gepubliceerd in verpleegkundig vakblad TvZ.

Hoe belangrijk is een goede zorgrelatie tussen patiënt en verpleegkundige?

“Ik zie de zorgrelatie tussen verpleegkundige en patiënt als kern van de verpleegkunde. Ook in de zorgethiek staat het nastreven van een goede zorgrelatie centraal. Een goede zorgrelatie, gebaseerd op respect, vertrouwen en wederkerigheid, maakt het werk voor verpleegkundigen efficiënter. Er is minder tijd nodig voor de overdracht en je bent een beter geïnformeerde gesprekspartner, ook voor andere disciplines. Je kan goed voor de patiënt opkomen want je weet wat belangrijk is voor hem of haar. Daarnaast zeggen verpleegkundigen blij naar huis te gaan als het contact met de patiënt goed is. Tot slot kan een goede zorgrelatie ook bijdragen aan betere patiëntuitkomsten, blijkt uit onderzoek.”

In de tweede studie uit je promotietraject onderzocht je de ‘continuïteit van zorgverlener’. Wat bedoel je daarmee?

“Onder ‘continuïteit van zorgverlener’ versta ik: hoe vaak krijgt een patiënt tijdens de opname dezelfde verpleegkundige aan het bed? Hoe vaker een verpleegkundige bij dezelfde patiënt staat, hoe beter het contact zich kan ontwikkelen en hoe vertrouwder het voelt voor de patiënt. Terugkerend contact is een voorwaarde om een zorgrelatie verder op te kunnen bouwen.

Verpleegkundigen worden aan het begin van hun dienst aan een patiënt gekoppeld en rapporteren in het elektronisch patiëntendossier. Voor het onderzoek bestudeerden we 126 patiëntendossiers van 13 verpleegafdelingen in het HagaZiekenhuis: hoe vaak rapporteert een verpleegkundige over dezelfde patiënt? De aanname was dat als je rapporteert, je ook contact hebt gehad.”

Kun je iets vertellen over de eerste bevindingen?

“Uit de analyse kwam dat 83 procent van de rapportages 1 of 2 keer door dezelfde verpleegkundige bij dezelfde patiënt werd geschreven. Bij 17 procent ging het om een rapportage die 3, 4 of 5 keer door dezelfde verpleegkundige bij dezelfde patiënt werd geschreven. We concludeerden dat patiënten tijdens hun opname vaak maar 1 of 2 keer contact hadden met dezelfde verpleegkundige. Slechts enkele keren was tijdens de opname 3, 4 of 5 keer contact met dezelfde verpleegkundige. De gemiddelde opnameduur was 6,5 dagen, waarin patiënten gemiddeld 11 verschillende verpleegkundigen zagen.

We legden deze cijfers voor aan focusgroepen van verpleegkundigen. Zij gaven aan dat ze continuïteit van het contact heel belangrijk vinden, maar dat dit in de praktijk niet altijd haalbaar is. Bijvoorbeeld omdat leerlingen vanuit hun opleiding een handeling bij een bepaalde patiënt moeten doen, een verpleegkundige geen autorisatie heeft voor bepaalde handelingen, of vanwege andere regels op de afdeling.”

Waar ging je eerste studie over?

“De eerste studie, een literatuuronderzoek, ging over verschillende zorgrelaties die op verpleegafdelingen voorkomen. Welke factoren hebben invloed op het ontstaan van een bepaalde zorgrelatie? Een factor is dat het in de ziekenhuisomgeving als professioneler wordt gezien als je niet te veel emoties toont. En wat als je toch het menselijke aspect inbrengt? Wordt dat in het team beloond of ben je dan degene die ‘alweer zit te kletsen’? Dat maakt uit voor het type zorgrelatie dat kan ontstaan: een meer afstandelijke relatie of een meer betrokken relatie.

Uit de literatuur bleek dat het voor startende verpleegkundigen vaak makkelijker is om het menselijke contact aan te gaan. Hetzelfde geldt voor ervaren, zelfverzekerde verpleegkundigen. Collega’s die hier tussenin zitten, vinden het vaak lastiger dat menselijke in de zorg te tonen. Heel interessant.”

Hoe gaat het nu verder?

“De volgende studie, de derde, richt zich op ‘human to human’ contact. Hoe leg je nu dat menselijke contact en welke rol speelt beroepsidentiteit? Het gaat om contact dat gericht is op de relatie, zonder een specifiek medisch of verpleegkundig doel. Een vriendelijke, ontspannen sociale interactie met onderlinge sympathie. Je kunt dit bijvoorbeeld bereiken met een praatje over dingen als het weer, hobby’s of familie. De vierde en laatste studie onderzoekt hoe de relationele vaardigheden van verpleegkundigen kunnen verbeteren.

Uiteindelijk willen we weten hoe we zorgrelaties beter tot stand kunnen laten komen. Er zijn bijvoorbeeld organisatorische interventies mogelijk, zoals verpleegkundigen op een andere manier koppelen aan patiënten. Aan de andere kant heb je ook te maken met emoties van verpleegkundigen bij het aangaan van een zorgrelatie. Hoe vind je een goede balans tussen afstand nemen en betrokken zijn?”

Wanneer verwacht je je promotietraject af te ronden?

“Naast mijn baan bij de HagaAcademie werk ik 1 dag per week aan mijn promotietraject. Ik hoop over 3 jaar klaar te zijn. Mijn copromotor dr. Janneke de Man-van Ginkel is associate professor Verplegingswetenschap bij het LUMC en ondersteunt mijn onderzoek inhoudelijk. Van oorsprong ben ik net als Janneke verpleegkundige. Het is ontzettend leuk om onderzoek te doen naar iets waar mijn hart nog steeds ligt. Als verpleegkundige vond ik de zorgrelatie met patiënten altijd de krenten uit de pap van het vak. Technisch handelen kan je leren, maar waar ik echt voldoening uit haalde, is patiënten helpen om op een zo vertrouwd en zo comfortabel mogelijke manier door hun opname heen te komen.”

 Benieuwd naar het artikel in verpleegkundig vakblad TvZ? Lees het hier.



Naar het overzicht